Paddenstoelenbos (Craterellus Fungi Forest)

Wanneer men door de bossen loopt is bijna het gehele jaar door wel ergens een paddenstoel te vinden. De zwammen op de bomen zoals oesterzwam of elfenbankje, de boleten in de herfst zoals eekhoorntjesbrood of heksenboleet, de champignons in de zomer zoals de weidechampignon of giftige carbolchampignon en natuurlijk de meest bekende, de herfstige amanieten. De amanieten zijn de roemruchtste soort, zowel vanwege hun herkenbare schoonheid, zoals die van de roodwitte vliegenzwam (hallucinogeen, lever-vernietigend) als de knolamanieten die in het Engels de toepasselijke namen ‘destroying angels’ dragen, omdat soorten zoals ‘death cap’ (groene knol) en ‘angel of death’ (witte knol) vaak met één exemplaar al dodelijk zijn. Echter zijn het allemaal slechts slappe aftreksels van de prototaxiten die eens waren. In het siluur groeiden paddenstoelen als bomen, met een stam van 1m doorsnede en makkelijk 8m hoog vormden zij de bossen voordat bomen dat deden. Herrijs! oh nobele schimmels, en neem je rechtmatige plaats in de verhalen en legendes. PS de soorten die hier afgebeeld zijn, lijken op de Craterellus-genus, denk aan de echte Hanekam (Cantharel) en Hoorn des overvloeds